11-08-2016
Bijtelling auto van de zaak

Krijgt een werknemer een auto van de zaak, dan speelt er direct een belangrijke vraag: wordt de auto aan hem ter beschikking gesteld? Dat zal ja zijn als de auto dagelijks tot zijn beschikking staat en  mee naar huis genomen wordt in het weekend, en nee als een medewerker even een bedrijfsauto leent om een pakketje weg te brengen. Is het antwoord op de ter beschikkingstelling positief, dan wordt daarmee dus verondersteld dat de medewerker de auto ook privé gaat gebruiken. De bewijslast hiervoor ligt overigens bij de belastinginspecteur, hij moet bewijzen dat de auto daadwerkelijk aan de werknemer ter beschikking is gesteld. Slaagt de inspecteur daarin, dan moet er een bijtelling op het loon plaatsvinden, tenzij de werknemer weer kan bewijzen dat hij niet meer dan 500 kilometer privé gereden heeft op jaarbasis.

Geschil over bijtelling privékilometers
In een procedure waarin de discussie over de bijtelling van het privégebruik van een auto centraal stond, deed zich de volgende situatie voor. De werkgever was in dit geval een BV met slechts één werknemer, de dga. De dga stelde dat de auto niet aan hem ter beschikking was gesteld, omdat hij de auto alleen zakelijk gebruikte. Het hof stemde niet in met de stelling van de dga, want volgens hen is de bewijslast van de inspecteur beperkt tot het aannemelijk maken dat een auto aan een werknemer beschikbaar is gesteld. In deze situatie had de inspecteur volledig aan zijn bewijslast voldaan. De dga kon vanuit zijn bijzondere positie als enige werknemer immers zélf de keuze maken om de auto al dan niet privé te gebruiken. Uit de opgestelde, niet sluitende rittenregistratie, bleek vervolgens ook nog eens dat de auto wel degelijk privé was gebruikt. Het resultaat? De dga in kwestie kon niet bewijzen dat hij met de auto op jaarbasis niet meer dan 500 privékilometers gereden had.

Bron: Hof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS20163184, 15/00837 | 12-07-2016
Publicatiedatum: 11-08-2016

Terug